EsthGr 10

4En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied. 5Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan. 6De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft. 7De twee draken nu zijn ik en Haman. 8En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen; 9En mijn volk is het volk van Israƫl, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn. 10Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen. 11En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd; 12En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd. 13Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
Copyright information for DutSVVA